De Ballonzuil in Merselo

Al sinds het begin van zijn ontstaan wordt de mens gefascineerd door het idee te kunnen vliegen als een vogel. Uit de Griekse mythologie kennen we het verhaal van Icarus, die naar beneden viel omdat de was van zijn zelf in elkaar geknutselde vleugels smolt, toen hij, ondanks de waarschuwing van zijn vader Daedalus, te dicht bij de zon vloog.

In de zestiende eeuw ontwierp Leonardo da Vinci al een helikopter. Zijn ontwerp inspireerde Igor Sikorsky aan het begin van de twintigste eeuw bij de bouw van een werkende helikopter. In 1903 maakten de gebroeders Wright de eerste vlucht met een vliegtuig, slechts 37 meter in 12 seconden, maar toch. Een dag later stond het record al op 260 meter in 57 seconden.

Ook de heteluchtballon is een instrument dat de mens gebruikte bij zijn pogingen om de zwaartekracht te trotseren en het luchtruim te kiezen. Al in de achttiende eeuw experimenteerden de gebroeders Montgolfier met papieren ballonnen, gevuld met lucht die met een strovuurtje werd opgewarmd. Een riskante onderneming. De eerste bemande ballonvaart in Nederland werd ondernomen op 12 juli 1785 in Den Haag door de Fransman Blanchard. Zijn ballon bleef na het opstijgen haken aan een schoorsteen…
In de loop van de daarop volgende jaren werden ballon en vulling steeds beter. Maar één nadeel bleef: met een ballon kom je dáár, waar de wind je brengt. Besturen is slechts mogelijk in de zin van omhoog (meer en warmere lucht en minder gewicht) of omlaag (minder vulling van de ballon). Van links naar rechts is niet mogelijk.

8.1. Een uit taf vervaardigde en geverniste luchtbol (luchtballon) hangend aan twee masten, wordt gevuld met lichtgas en klaargemaakt voor vertrek, ca. 1870.

We schrijven…

… januari 1871. In Nederland regeerde koning Willem III, die graag vast als een rots wilde regeren, maar daarin gedwarsboomd werd door de nieuwe grondwet van Thorbecke in 1848. Toch lapte hij meerdere malen deze grondwet aan zijn laars en regelmatig beledigde hij ministers en ambtenaren tot op het bot. Het leverde hem de bijnaam Koning Gorilla op. In Europa was het onrustig door de Frans-Duitse oorlog (1870-1871), ook wel de Frans-Pruisische oorlog genoemd. De Pruisen hadden Parijs omsingeld en ervoor gezorgd dat geen mens meer de stad in of uit kon. De Parijzenaren zaten als ratten in de val, ze aten zelfs ratten. Er was geen enkel contact met de buitenwereld. Antonio Meucci was immers nog niet toegekomen aan het patenteren van de uitvinding van de telefoon; er was nog geen werkend communicatieapparaat. Berichten naar het vrije gebied buiten de stad kon men slechts sturen per postduif. En uit de stad ontsnappen was niet mogelijk. Hoewel….

In tijd van nood…

… is een mens creatiever dan hij altijd meende te zijn. Parijzenaren ontdekten dat het mogelijk was om aan de belegering te ontsnappen door gebruik te maken van een heteluchtballon. En zo stegen gedurende de belegering door de Pruisische troepen liefst 66 heteluchtballonnen vanuit Parijs op om personen en goederen uit de belegerde stad naar de vrije wereld te brengen. Deze ballonnen vervoerden samen 164 passagiers, 11.000 kilogram brieven en 381 postduiven.

Eén van die ballonnen, de La Poste de Paris, steeg in de vroege ochtend van 18 januari 1871 op. De wind was zuidzuidwest, ’s nachts vroor het stevig, overdag was het net boven het vriespunt. De ballon was 25 meter hoog, had een doorsnede van tien meter en een inhoud van 2000 m3.

De balloncommandant was Edmond Turbiaux, ingenieur-mecanicien. De passagiers waren Edouard Cavailhon, commissionair voor veehandel en Eugène Cléray, onderburgemeester van het tweede arrondissement in Parijs. Er was 70 kilo post aan boord – andere bronnen spreken over 150 kilo post – , daarnaast drie postduiven en vier flessen wijn. Men had ook geheime correspondentie bij zich voor de in Bordeaux verblijvende minister van oorlog, Gambetta.

8.2. Eén van de originele poststukken die de in Merselo gelande ballon vervoerde. Pastoor Van Haeff slaagde erin om een krant uit de luchtballon in zijn bezit te krijgen. Het exemplaar van de L’Opinion Nationale, gedateerd 17 januari 1871, bevindt zich nu in het archief van de St. Petrus’ Bandenparochie.

Het doel van de vlucht (in dubbele betekenis) was dus Bordeaux. Aanvankelijk was de windrichting gunstig, maar in de hogere luchtlagen – naar verluidt op ongeveer drie kilometer hoogte – dreef de straffe wind de ballon steeds meer naar het noordoosten in de richting van Pruisen. De schrik sloeg de ballonvaarders om het hart, toen zij zich realiseerden dat ze snel richting vijandelijke grens dreven.

Toen het wonder van modernistische techniek, ’s morgens om drie uur in Parijs opgestegen, boven het eenzame heidegebied het Roosendaal nabij Merselo verscheen, trok het de nodige aandacht. Het moet voor de inwoners van Venray, in die tijd rond de 5000, een vreemde, wellicht verbijsterende en zeker ook beangstigende gewaarwording zijn geweest om dit vreemde hemelgevaarte zo plotseling in de lucht te ontdekken. Zoiets vreemds had men natuurlijk nog nooit gezien. Ooggetuige mevrouw van den Berg-Lemmens, die in 1871 in Overloon woonde, vertelde in 1958: “De minse worren allemol báng, ons moeder ok, dat wieët ik nog wel en er kwame zo’n arige kèls uut dieën bol”.

De ballonvaarders, bang dat ze in Pruisisch gebied terecht zouden komen, besloten tijdig naar beneden te gaan en zo spoedig mogelijk te landen. En zo daalde het gevaarte aan de rand van de Peel op de heide in het Roosendaal neer. De Fransen wierpen een anker uit, maar dat kreeg op de hard bevroren grond geen grip. Martinus Franssen, in de volksmond D’n Doeëve van d’n Hansenberg genoemd, liep stoutmoedig als hij was, de ballon achterna maar toen tijdens het rennen een van zijn klompen kapot ging, werd hij door Mathijs Michels, die harder kon lopen, ingehaald. D’n Doeëve’ die geen donderslag kon horen maar wel helder van geest was, dacht net als de anderen aan mogelijk wonderbaarlijke schatten en buit, die daar zomaar uit de lucht kwamen vallen. In zijn angst om een deel van de buit mis te lopen, riep hij zijn rivaal de in Merselo befaamde woorden toe: “Same daele!”.

8.3. Een topografische kaart van het Peelgebied bij Venray uit ca. 1850. Het Roosendaal was toen nog een heidegebied met peelvennetjes. In het eerste decennium van de twintigste eeuw vond hier grootschalige bosaanplant plaats door Staatsbosbeheer, de huidige Ballonzuilbossen.

Intussen kwamen er steeds meer mensen aanhollen, waaronder ook de toenmalige rector Pieter Schaeks. Hij schreef in zijn dagboek: “De menschen die in de verte dit luchtverschijnsel zagen en ziende dat het neerkwam zijn er naartoe gelopen. Deze wisten zich het minste denkbeeld daarvan niet te vormen omdat men hier nog nimmer zoo iets had gezien en dus men minder zou hebben kunnen geloven dat daarbij menschen waren”. Meerdere toeschouwers gingen dan ook van schrik op de vlucht, toen er enkele personen in dikke pelsjassen gehuld en met dito mutsen op uit de mand, het scheepje, stapten. Een man nam zelfs de benen, omdat hij meende dat er een verscheurend dier of de duivel zelf uit de mand stapte. Mathijs Michels wilde de ballon nog eens nader onderzoeken. Daarbij trok hij per ongeluk een gasklep van de ballon open. Er kwam zo’n verpestende lucht uit het binnenste van de ballon, dat hij het te kwaad kreeg en flauwviel. Sommige omstanders dachten dat hij dood was. Turbiaux bracht hem met een paar druppels van het beroemde water uit de Keulse Glockenstrasse, het destijds in deze contreien volkomen onbekende eau-de-cologne én een scheutje uit een ander flesje – Franse cognac? – weer bij zijn positieven.

Gelukkig stonden de koeien in de winter op stal. Wellicht dat zij anders bij het aanschouwen van dit monster van doek en touw van schrik geen melk meer gegeven zouden hebben, net als hun collega’s toen de eerste stoomtrein in Nederland in 1839 tussen Amsterdam en Haarlem hun weilanden passeerde.

8.4. Veldwachter Sanders was ambtshalve betrokken bij de bijzondere gebeurtenis. Theodoor Sanders (1841-1911) kreeg in 1867 een aanstelling als veldwachter in de gemeente Venray. Na 41 dienstjaren ging hij eind 1908 met pensioen. In zijn laatste jaren verdiende hij nog een zakcentje met het rondbrengen van belastingbiljetten.

Het eerste contact…
…tussen de ballonvaarders en de landbouwers verliep natuurlijk niet gemakkelijk. Maar zowel Michels, die bij de franciscanen op school kennelijk goed had opgelet, als de rector spraken wat Frans en konden met de ballonvaarders een eenvoudig gesprek voeren. De Fransen vertelden over het doel van hun reis en de voortijdige landing. De rector vroeg, hoe zij het durfden in een dergelijke ballon te gaan en zo’n stoutmoedige reis te ondernemen, niet wetende waar men terecht kwam. Hierop antwoordden zij: “Men moet geen gevaren schrikken om het Vaderland, het nu zo arme Frankrijk, te redden. Het ziet er te Parijs zo treurig uit nu de Pruisen de stad belegeren; de hongersnood is nabij en misschien reeds daar”.
Intussen hadden Hendrik Messemaeckers, die in Merselo aan het werk was, en ook de wakkere en waakzame veldwachter Theodorus Sanders de Venrayse burgemeester Joseph Esser gewaarschuwd. Deze kwam direct per koets naar het Roosendaal, maar arriveerde tot zijn grote teleurstelling net te laat om de ballon in zijn volle omvang te kunnen bewonderen. Het vaartuig was al ontmanteld en ingepakt. Volgens de getuigenverklaring van mevrouw Van den Berg-Lemmens kwam er wel een kar vol touw vanaf. Geen wonder dat landbouwer Mathijs Michels ‘same daele’ zo’n goed idee vond.

8.5. Burgemeester Joseph Esser kwam te laat om de ballon in zijn volle omvang te kunnen aanschouwen. Leden van de familie Esser stonden van 1847 tot 1916 aan het hoofd van het gemeentebestuur van Venray. De macht en de invloed van de Essers reikten tot ver buiten Venray.

De gebeurtenis was voor die tijd en in deze streken volstrekt uniek. Simon Hendrik Peeters (1860-1941) vertelt in het boek Ze noemden me Henri: “Eenmaal echter schoot meesters gezag tekort, de school bleef des namiddags half leeg. Maar welke gewichtige reden ook. Na de morgenklas sleepte er een luchtballon over Venraai in de richting van Merselo. Het vroor dat het kraakte en het anker wilde niet vatten. Wij het ding achterna, dwars over veld en hei, bos en wei. Wat mocht het toch wel zijn? Te Merselo buiten adem aangekomen, zag ik de straten zwart van mensen die vertelden dat drie Franse burgemeesters van Parijs de belegerde stad waren ontvlucht”.
En verderop in hetzelfde boek: “En ze waren zo hoog gevlogen, dat ze met de mouwen de sneeuw van de wolken veegden. En hun neuzen waren zo rood omdat ze daarboven bevroren waren. Wel vond men, dat die Parijzenaars er goed uitzagen voor katten- en ratteneters”.
Daags erna werd het ballonavontuur van de scholieren door de meester grootmoedig door de vingers gezien.

Toen de ballon was opgeruimd en bij iedereen de opwinding was gezakt, zette het gezelschap koers naar de woning van de rector, waar men aan tafel ging. “Heel natuurlijk”, volgens Simon Hendrik Peeters. “Eerstens was er in Merselo maar één ‘Heer’ en dat was de rector. Tweedens spraken de ‘Heeren’ alle mogelijke talen en Frans was destijds nog te Rolduc de huistaal. Derdens, niemand had, behalve de ‘Heer’ een wijnkelder – Fransen drinken niets dan wijn – en een goede tafel”.

8.6. In 1865 werd de kapel van Merselo losgemaakt van de St. Petrus’ Bandenparochie en mocht Merselo zich een zelfstandig rectoraat noemen. De oude kapelaanswoning maakte in 1869 plaats voor een fraaie pastorie voor de rector. De woning werd ca. 1956 gesloopt.

Na het bezoek aan de rector – zij verbleven er ruim twee uur – togen de Fransen, die volgens kapelaan Arts van het rectoraat ‘niets kerks en brutaal’ waren, naar Venray. Rector Schaeks noteerde in zijn dagboek “in de volgende orde:
1ste: De heer Cléray onder afscheid zette zich in het rijtuig van den burgemeester die hem daarin de plaats had aangewezen.
2de: M. Michels was de vervoerder van de ballon.
3de: De twee anderen luchtreizigers hebben een afzonderlijk rijtuig van de weduwe Peeters bekomen”.

Vervolgens gingen ze per diligence naar station Horst-Sevenum met medeneming van de ballon, de post en de duiven. Zij wilden zo snel mogelijk naar Maastricht en vandaar verder. Als dank voor het aangenaam verblijf schonken zij de burgemeester honderd francs voor de Venrayse armen. Michels kreeg voor het vervoer van de ballon naar Horst-Sevenum 25 francs; Martinus Franssen ‘die door zijn hardloopen stukken aan zijne holle blokken heeft gemaakt kreeg 2 francs’. Op de avond van 18 januari maakte burgemeester Esser proces verbaal op. Het werd mede ondertekend door rector Schaeks, Mathijs Michels, Marinus Franssen en Hendrik Messemaeckers.

8.7. De landing van de luchtballon maakte zo’n indruk dat burgemeester Esser een verslag van de gebeurtenis liet vastleggen door gemeentesecretaris Gerard van der Borgh. Het proces-verbaal werd mede-ondertekend door rector Schaeks, organist Hendrik Messemaeckers, Mathijs Michels en Martinus Franssen.

Ook in de landelijke pers bleef deze gebeurtenis niet onopgemerkt. Dagblad De Tijd schreef in zijn editie van 20 januari: ‘Op 18 januari omstreeks elf ure daalde op het gehucht Merselo een luchtbal neder. ’s Morgens te drie ure was hij in Parijs opgestegen met de heeren Cléray, Turbiaux(?) en Cavaillon. Deze waren door het bestuur van Parijs afgevaardigd naar Bordeaux. Naar hun uiterlijk te oordelen hadden zij geen gebrek geleden. Zij verzekerden evenwel, dat het eten van ratten enz. geen fabels zijn en zij vonden smaak in de hartige spijzen die hun met gulheid werden aangeboden’.

De Maasbode bracht het volgende nieuws: ‘Toen de leerlingen van het gymnasium ten half elf ure ’s morgens de klas verlieten en in de buitenlucht eenige verademing zochten, zagen zij in het Westen een voorwerp zweven dat zij spoedig als een luchtballon herkenden. Aanstonds zetten allen het op een loopen en na een rit van anderhalf uur door de heide zagen zij den ballon, dien zij uit het gezigt verloren hadden, op den grond liggen te midden van een aantal verblufte boeren. De studenten knoopten met de Franschen een gesprek aan en wenschten hen geluk met hunne behouden aankomst op neutraal gebied’.

En de luchtreizigers? Die beloofden nog eens terug te zullen keren naar de plaats waar zij op 18 januari 1871 met hulp van de plaatselijke bevolking zo veilig waren geland en aangenaam verbleven.

 Vijfentwintig jaar later….

…bleek dit geen loze belofte te zijn geweest. De gebeurtenis op 18 januari 1871 was voor de mensen in deze streken indrukwekkend geweest en was kennelijk in het collectieve geheugen van de mensen van Merselo en Venray gegrift. Toen Henri Trynes, die als lid van de Groote Schaapscompagnie voor een tiental schapenhouders in Venray als tussenpersoon in de schapenhandel fungeerde, in Parijs Edouard Cavailhon ontmoette, kwam bij beiden het plan op om de herinnering aan de gebeurtenis van 1871 levend te houden door het oprichten van een monument. Een actiecomité werd in het leven geroepen en dat zorgde voor een eenvoudig monument, een ongeveer twee meter hoge obeliskachtige stenen zuil, geplaatst op een kleine verhoging in de buurtschap het Roosendaal.

8.8. 25 jaar na de landing van de ballon werd op 18 januari 1896 de Ballonzuil onthuld, het eerste luchtvaartmonument in Nederland. Een foto van de gebeurtenis werd opgenomen in de Katholieke Illustratie van januari 1896. De twee heren in het lichte kostuum zijn de ballonvaarders Cavailhon en Turbiaux. De derde luchtreiziger, Cléray, was inmiddels overleden. Vooraan, met de papieren in de hand, staat Henri Trynes, de drijvende kracht achter de herdenking van 1896.

Op 18 januari 1896 werd het monument onder grote belangstelling plechtig onthuld. De Parijse gemeenteraad was vertegenwoordigd door de heer Landrin. De luchtreizigers Turbiaux en Cavaillon waren aanwezig – Cléray was overleden – en natuurlijk ook het Venrayse college van B & W. In de muziekzaal aan de Schoolstraat in Venray vond een officiële receptie plaats.
Daarna toog een lange stoet rijtuigen met de muziek voorop naar het Roosendaal. Heel Venray leek uitgelopen. Bij de uitbundig met groen en vlaggen versierde zuil werden toespraken gehouden, waarin men sprak over de heldenmoed van de luchtreizigers en de gastvrijheid van de Merselonaren. Men sprak over vrede en veiligheid (toen al) en over de banden tussen Venray en Frankrijk. De Venrayse burgemeester sprak zijn gasten toe in het Frans en vertelde over ‘les trois zeros’ (de drie nullen) waar hij toch uitdrukkelijk ‘les trois heros’ (de drie helden) bedoelde. Het werd hem vergeven. De feestelijke onthulling werd met een rijkelijke feestmaaltijd afgesloten. Men zegt dat de rekeningen daarvan nog steeds niet betaald zijn. De Franse slag of Nederlandse zuinigheid?

8.9. Het programma van de feestelijkheden stond ook vermeld in het Algemeen Handelsblad. De ballonvaarders, aldus het verslag in de Katholieke Illustratie, ‘…keerden naar hun vaderland terug, stellig de aangenaamste herinneringen meenemend uit het kleine Limburgsche plaatsje, waar zij zooveel geestdrift hadden mogen vinden voor vaderlandlievenden moed.’

Vandaag de dag…

… staat de Ballonzuil eenzaam en eenvoudig in de bossen van het Roosendaal belangrijk te wezen als Nederlands eerste luchtvaartmonument. Vrijend Nederland en wandelaars, in hun vrije tijd genietend van de rust in de Ballonzuilbossen, laten soms hun sporen na door hun naam in de zachte natuurstenen zuil te krassen. Mountainbikers, geconcentreerd de blik gericht op mogelijke oneffenheden in hun parcours, passeren zonder het monument een blik waardig te keuren.

Voor Merselo en Venray is dit simpele monumentje op een van de mooiste plekjes natuurschoon een stukje historie, verbonden met de Frans-Duitse oorlog. Voor de nietsvermoedende wandelaar is het een verrassende ontmoeting in de natuur. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw is de zuil opgeknapt en in het voorjaar van 2009 nog eens grondig gerestaureerd. In 1971 vergat de gemeenschap het eeuwfeest van de gebeurtenis te vieren. Op 18 januari 2021 bestaat de Ballonzuil honderdvijftig jaar. Een nieuwe kans om zijn bestaan aan de vergetelheid te onttrekken en zowel de zuil als de aanleiding weer eens opnieuw in het zonnetje te zetten.

8.10. De Ballonzuil anno 2017. Het monumentje heeft in de loop der jaren heel wat te verduren gehad. In 2009 is de Ballonzuil volledig gerestaureerd en voorzien van een informatiepaneel.

 

Verantwoording artikel

Met dank aan HPV Venray (Venrays Verleden 8) en auteur Huub Creemers voor het beschikbaar stellen van deze bijdrage.

 

Bronnen

Stichting Dorpsraad Merselo, Merselo, een wandeling door de geschiedenis (Merselo 2000).

Han Nabben, Lichter dan lucht, los van de aarde ( Barneveld 2011).

’n Ballon viel uit de hemel’, in Weekblad Peel en Maas, 8 januari 1971.

Marjo Glaser, Ze noemden me Henri (Nijmegen 2013).

“Balloonpages” http://www.ballooning.nu/index.php/item/luchtvaartmonument.

Gemeentearchief  Venray.

Historische database http://www.delpher.nl.

 

Illustratieverantwoording

8.1. Particuliere collectie

8.2. Collectie Messemaeckers

8.3. Gemeentearchief Venray (GAV), kaartencollectie

8.4. GAV, Fotocollectie, nr. 89

8.5. GAV, Fotocollectie familie Esser

8.6. GAV, Fotocollectie, nr. 2846

8.7. GAV, Archief Gemeentebestuur 1815-1941, inv.nr. 56

8.8. GAV, collectie tijdschriften, Katholieke Illustratie 1895/1896, nr. 51, 407-408

8.9. Historische database http://www.delpher.nl

8.10. Foto Pie Noten

Naar boven
Adres
Postadres


Graag contact opnemen via email

[email protected]
Inloopadres
Inloopadres:


Nadere info volgt

Telefoon: -
© 2024
   -  't Raokeliezer  -  
Privacybeleid  -  
Website: TP Media
magnifiercrossmenu linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram